Wat hebben de Liberiaanse presidente Ellen Johnson-Sirleaf, haar landgenote Leymah Gbowee en Tawakkul Karman uit Jemen met elkaar gemeen? Alledrie winnen ze de Nobelprijs voor de vrede. Op 7 oktober ontvingen ze deze erkenning voor hun jarenlange inzet voor vrede en meer rechten voor vrouwen. Helaas barstte de kritiek meteen los. Op soms zeer dubieuze gronden en in tegenspraak met een analyse dat de kritiek deze keer wel zou meevallen.
De kritiek richt zich vooral op de Liberiaanse presidente, omdat zij als enige van de drie enige bekendheid geniet in Nederland en België. Zo opende de Volkskrant meteen de aanval met een artikel waarin hoogleraar Stephen Ellis mocht uitleggen waarom hij stomverbaasd is over de toekenning van de Nobelprijs aan de Liberiaanse presidente. Zijn redenatie:
Johnson is natuurlijk een bekend politica. Ik heb alleen de indruk dat alleen haar reputatie – dus het feit dat ze als eerste vrouw democratisch gekozen is tot staatshoofd van Afrika – heeft gezorgd dat ze deze Nobelprijs heeft gewonnen. Ik vind dat eigenlijk geen reden om de Nobelprijs voor de Vrede te krijgen.’
Daarmee reduceert Ellis iemand met een indrukwekkende staat van dienst tot een soort Excuus Truus. Zijn tweede redenatie is nog zotter, en wordt gelukkig door hemzelf meteen onderuit gehaald. Johnson-Sirleaf is namelijk hoofd van een regering waarin corruptie voorkomt. Oh, en ze mengde zich indirect in de politieke strijd van haar land. Stop de persen!!! Als die criteria geldig zijn zou 90% van de staatshoofden in de wereld meteen moeten aftreden. En Ellis zelf memoreert al aan het feit dat Barack Obama de prijs kreeg terwijl hij actief oorlog voerde, in Afghanistan. Was geen probleem. Dus waarom valt Ellis Johnson-Sirleaf hier nu mee lastig?
Een derde punt van kritiek is de timing van de toekenning. Er zijn namelijk verkiezingen op komst in Liberia en Johnson-Sirleaf doet mee voor een herverkiezing. De oppositie riep meteen dat het oneerlijk is. Met een Nobelprijs voor de vrede zouden de kansen van de presidente toenemen. De Liberiaanse kiescommissie heeft in een reactie op die kritiek al laten weten dat de verkiezingen gewoon doorgaan.
Kunnen we niet gewoon eens positief blijven? Alle drie de winnaressen krijgen de Nobelprijs voor de vrede omdat zij zich moedig inzetten voor meer democratie en veiligheid, en een verbetering van de positie voor vrouwen. Johnson-Sirleaf moest moeilijke beslissingen nemen, maar slaagde erin krijgsheren tot de orde te roepen en vrede te stichten. De Liberianen kozen haar in 2006 tot presidente op basis van de goede resultaten die ze bereikte.
Sindsdien heeft ze er alles aan gedaan om de puinhopen van jarenlange oorlogen op te ruimen. In een interview van vorig jaar keek ze tevreden terug op de resultaten na vier jaar regeren. Ze was zich er scherp van bewust dat haar land van ver moest komen:
You know, when we started off, we inherited a pretty bad situation, a broken country, collapsed economy. Most of our citizens displaced, either in exile or in refugee camps or in the urban areas looking for safety, dysfunctional institutions, broken infrastructure. So we set about to establish our development agenda, which we talked to the Congress about in March 2006. We identified what we called our four pillars, peace and security, economic revitalization, governance and the rule of law and infrastructure and basic services. And on each of these pillars, we’ve come a long way.
In hun eigen landen zijn Gbowee en Karman twee niet te onderschatten vrouwen. Gbowee wist in Liberia onderlinge verschillen tussen vrouwen te overbruggen. Door een verenigd front te vormen konden de vrouwen beter opkomen voor zichzelf en onder andere deelname aan verkiezingen afdwingen.
Leymah Gbowee
Karman is een 32-jarige mensenrechtenactiviste die in Jemen de bijnaam ‘Moeder van de Revolutie’ heeft gekregen. Ze speelt al jaren een belangrijke rol in de protestbeweging tegen het huidige regime. Ze is ook voorzitter van de organisatie Women Journalists Without Chains. Via die organisatie zet ze zich ook in voor de persvrijheid in haar land.
Tawakkul Karman
Volkskrantcorrespondent Kees Broere, die al jarenlang verslag doet vanuit Afrika, ziet in de toekenning daarom een terechte poging van het Nobelprijs comité om vrouwen welbewust een steuntje in de rug te geven. Plus daarnaast:
En ook erkenning dat de bijdrage van vrouwen voor het creëren van een democratische samenleving van doorslaggevend belang is. Dat is ook zeker zo. In Afrika zijn de vrouwen de hardste werkers. Maar maatschappelijk gezien hebben ze nog geen gelijke kansen.’ […] ‘Het is ook wel terecht dat Johnson deze prijs heeft gewonnen. Liberia is lang geteisterd door burgeroorlogen, zij heeft al eerste een poging gedaan om een einde aan het geweld te maken. En daar is ze voor een deel ook al in geslaagd.’