Nikab, boerka, andere soorten gezichtsbedekkende sluiers, Frankrijk verbood ze eerder deze week en ook in Nederland zwelt de roep om een verbod aan. Filosofe Martha Nussbaum heeft zich daarom gemengd in het debat over het boerkaverbod. Zij publiceerde recent een opiniestuk in The New York Times om een tegengeluid te laten horen.
Vaardig vooral géén verbod uit, is haar mening, want de argumenten die daar tot nu toe voor gebruikt worden rieken naar discriminatie. Nussbaum gaat veel genoemde redenen voor een verbod systematisch af om dit te onderstrepen.
Boerka, nikab en andere gezichtsbedekkende kleding zouden symbool staan voor geweld tegen vrouwen? De staat heeft volgens Nussbaum nu al alle juridische mogelijkheden om (huiselijk) geweld tegen vrouwen tegen te gaan. Daar is een apart boerkaverbod niet voor nodig.
Gezichtsbedekking zou persoonlijk contact in de weg staan? Hoe zit het dan met tandartsen en andere specialisten, vraagt Nussbaum zich af. Die werken ook met hoofd- en mondbedekkingen die hun gezichten bijna onherkenbaar maken, maar de meeste patiënten die door zo’n arts geholpen worden hebben geen klachten.
En hoe zit het met strenge winters? Waarom mogen mensen wel over straat lopen en gebouwen betreden terwijl ze schuil gaan achter sjaals, mutsen, dikke jassen en handschoenen, maar is het opeens een probleem als iemand een boerka aan heeft?
En als het gaat om een verbod om onderdrukkende kledingnormen te bestrijden en de gezondheid van vrouwen te beschermen? Nussbaum verwijst meteen naar andere onderdrukkende kledingnormen, zoals hoge hakken die het lopen bemoeilijken en rugklachten veroorzaken. Dat type westerse norm wordt even dwingend opgelegd aan vrouwen, met alle schadelijke gevolgen van dien voor gezondheid en welzijn van vrouwen. Maar dat is blijkbaar minder problematisch dan het dragen van een gezichtsbedekkende sluier, aldus Nussbaum.
Kortom, zonder in te gaan op allerlei religieuze overwegingen ziet de filosofe al genoeg bezwaren tegen een verbod. Niet doen, is haar nadrukkelijke advies.